Mocht je ooit een stedentrip naar Vigo overwegen…doe het niet. Er is werkelijk niets moois of leuks aan die stad. Het oude stadspark is de grootste bezienwaardigheid, je bent er binnen 5 minuten doorheen gelopen.

We hebben wel lekker gegeten in een authentieke Galicische taverne. Scheermesjes (de schelpen die je bij ons altijd leeg op het strand aantreft), coquiles, padron pepers, Iberische ham (ik niet) en Torta del Casar. Dit is een rauwmelkse kaas en die was heerlijk. In Nederland is men nogal huiverig voor dit soort kazen, maar zo smaakvol zijn de kazen van gepasteuriseerde melk zeker niet.

We sliepen met zijn drieën in een bed and breakfast without the breakfast. Een paar dagen geleden kenden we elkaar nog niet eens. De tocht naar Santiago verbroedert snel, je maakt zoveel met elkaar mee en leert elkaar snel goed kennen.

Vanochtend wisten we niet hoe snel we Vigo moesten verlaten maar de stad, inclusief voorsteden was groot. Het duurde eventjes voor we weer ‘buiten’ waren. Daar kregen we een paar loeisteile hellingen voor onze kiezen. Lopen was nauwelijks mogelijk, dat was berg 1. Eraf was net zo lastig.  Omdat we voor 17.00 uur in Ponte Sampaio moesten zijn, hebben we vandaag serieus er de pas in gehad. Het was bloedheet en af en toe echt moeilijk, maar gehaald. Gekke Eva besloot vanaf de lunch naar het hostel te rennen. Over fit gesproken! Ik was al vooruit gelopen en werd opeens ergens in de middle of nowhere op mijn schouder getikt. Ik schrok me rot, maar het was Eva die er vervolgens vandoor stoof. Gekke meid, leuke meid en wat zal ze een spierpijn hebben morgen.

Het hostel waar we zitten is echt erg goed en heeft een restaurantje waar ook de locals graag komen. Niet gek, het eten was voortreffelijk: calamares. Maar dan niet de rubberringen die je gewend bent. Lekker!

Vanavond voor tienen het bedje in en morgen vroeg eruit voor weer een dag vol steile hellingen en vele kilometers. Mijn voeten doen erg veel pijn en even zitten, betekent bijna niet meer kunnen opstaan. Niemand is hier zonder blaren, dus ook mijn voeten zijn flink ingetapet. Alle spieren in mijn voeten vinden deze hele camino maar een stom plan en protesteren. Ik waggel ’s avonds als een eend rond maar ’s ochtends lukt het al vrij aardig met een flinke vaart te wandelen. We gaan het morgen wel zien.

Omdat we af en toe een pijltje missen of omdat de pijlen sowieso je regelmatig een verkeerde kant proberen op te lokken, hebben we tot dusver ruim 250 km gelopen. De hele camino is ‘maar’ 275 km en we zijn nu nog ruim 77 km van Santiago verwijderd. Mijn Caminomaten moeten maandag al terug zijn, dus dat wordt flink doorlopen. Met name omdat 25 km in de praktijk al snel 30 is.