Vanochtend stond er een taxi voor het hostel die af en aan reed om de pelgrims naar de ‘watertaxi’ te brengen. Er konden maximaal 4 mensen meerijden. Omdat we stonden te wachten op de Fransoos die weggestoven was om ergens koffie te drinken (en waarschijnlijk de boel op stelten te zetten), waren we de laatste groep met 5 man.Onze club is compleet: de Tsjechische, de Australiër, de Fransoos en ondergetekende. De vijfde was een Tsjechische dame die we gisteravond ontmoet hadden, zij zat bij mij op schoot omdat we anders niet met zijn allen pasten. Hilarisch.

De watertaxi is er omdat je anders vele tientallen kilometers moet omlopen. En de taxi naar de watertaxi was ook geen punt, omdat we dat stuk al gelopen hadden. Anders zou het overigens wel als bedrog voelen en een echte pelgrim kijkt wel uit. Iets met eer.

De overtocht was geweldig, allemaal in een klein bootje met groot zwemvest om. Het bootje stoof over het water en met deze trip namen we afscheid van Portugal. Na een landing op het Spaanse strand hebben we eerst een kilometer of 5 door de duinen gelopen om vervolgens de eerste Spaanse stad te treffen: Camposancos. Het valt op dat alles net een tikkeltje verzorgder overkomt dan in het armere Portugal.

We hadden onderweg wel wat regen maar dat waren kleine buitjes, op die in Oia na dan. Het weer kan heel snel omslaan. Het was best aardig en opeens donkere wolken, een local wees naar de Oceaan waar opeens de scheiding tussen lucht en water een witte waas was. Een halve minuut later stortregende het. Gewoon alle regen in een keer. Gelukkig zaten we even droog in een barretje. Op het moment dat het ook maar enigszins opklaarde zijn we meteen gaan lopen. Al was het alleen maar omdat in het café twee irritante Amerikaanse dames zaten. Vreselijke lui, quite offensive. De tocht naar onze eindbestemming was over onverharde landweggetjes, slalommend om de plassen en af met af en toe een regenbui. De Atlantische kust blijft beeldschoon.